De verborgen hints in jouw woordkeuze

 

Zonder dat je het door hebt, zit er vaak een emotionele lading of motivering verborgen in jouw woorden.

Als je praat, kies je specifieke woorden uit om je uit te drukken. Dit gebeurt in een raptempo in je hoofd. Het voelt automatisch. Toch ben jij degene die kiest welke woorden je gebruikt en hoe je het vervolgens samenhangend maakt. Daarmee geef je wat van jezelf prijs.

Tja, we zijn getraind beleefd te spreken naar een ander en toch glipt onze ware zelf (jezelf minus de rollen en conditioneringen opgelegd door de samenleving) daar tussendoor. Je ware zelf laat zichzelf zien in bepaalde bijvoeglijk naamwoorden, dubbele ontkenningen of bijzinnen die we toevoegen. En herinner je nog die stijlfiguren die je bij het vak Nederlands onder de knie moest krijgen? Die zetten we ook in. Alleen hoe heetten die nou ook weer. Eufemisme, paradox, pleo… Maar ja, who cares? Beter dat ik je wat typische woordkeuze ‘clues’ presenteer. Veel leuker! Daar gaan we.

Vind je iets belangrijk en ben je bang dat de ander het niet zo voelt of begrijpt? Dan herhaal je je zin toch gewoon nog eens (ja ja, niet alleen peuters en kleuters zijn fan van de kracht van herhaling). Of je kan zelfs woorden toevoegen als bijvoorbeeld “enorm”, “ontzettend”, “super”, dan bouw je de dynamiek lekker op.

Ben je bang om afgewezen te worden? Dan kun je je woorden aanvullen met “anderen vinden dat ook” en of “ik ben niet de enige die dat vindt”. Dan blijf je in ieder geval binnen de groep.

En wat als je iets niet durft te zeggen, voelen of vinden. Wat is dan een goede tactiek als je toch besluit het te zeggen? Hmmm… O ja. Je begint gewoon je zin met “anderen zeggen” of “ik hoor dat…” of “ik heb ergens gelezen dat…”. Of je herhaalt een roddel of een mening die iemand (die je benoemt met naam en toenaam, want ja dat geeft meer lading) anders met je heeft gedeeld. Nou het goede nieuws is, dat je zo verschuilend achter anderen toch jezelf kunt uiten. Geloof me, je herhaalt alleen iets als je meent dat er een kern van waarheid in zit. Het zijn ‘clues’ van je eigen mening, gevoelens, weerstand, angsten en je ware zelf.

Is dit allemaal te direct voor je, dan is er nog de optie ‘inpakken’ of ‘een veilige intro’. Dus je kan veel vertellen ter afleiding of ergens naar toe gaan werken. Woorden die verraden dat je dit doet zijn ‘eigenlijk’ (als in wat ik eigenlijk wil zeggen) ‘wat ik probeer te zeggen’ of iets in die trant.

Wat ik zelf ook een mooie vind, is weerstand die we verstoppen in onze woorden. De mooiste verstopte weerstandzin (die ik tot nu toe heb gehoord) is: “als het werkt, dan ben ik er voor.” Ik vind dit sociaal tactisch gezien steengoed. Je zegt ogenschijnlijk iets positiefs. Men kan jou niet als ‘negatieveling’ of ‘azijnpisser’ betitelen. 1-0 voor jou! In feite spreek je wel vanuit wantrouwen tegen de oplossing, die men wil proberen. Je zegt dat je je op dit moment distantieert van het proces van proberen van een bepaalde oplossing. Mooi, ze kunnen jou er niet op afrekenen – 0% verantwoordelijkheid voor jou. 2-0 voor jou! En ja, je hoeft ook niet echt je best te doen tijdens het proberen en wellicht kun je zelfs helemaal niet mee doen. Heerlijk comfortabel. Maar het wordt nog beter, want door het toevoegen van je bijzin ‘dan ben ik er voor’ zorg je ervoor dat ze je niet mogen buitensluiten mocht het toch nog positief uitpakken. (Niet dat dat gaat gebeuren met die onzin die ze nu als oplossing hebben bedacht.) 3-0 voor jou, chapeau!

De verstopte weerstand maken we het vaakst zichtbaar door het woord ‘maar’ te gebruiken. Bijvoorbeeld “Het idee is goed, maar we hebben dat al eens geprobeerd.” Dit klinkt ook heel feitelijk en resoluut. Je sluit direct de weg af naar open met elkaar verder kunnen praten. Of met andere woorden: “ik wil je niet beledigen, maar ik vind het niks en laten we het er maar niet meer over hebben.”

En iedereen weet dat als iemand zijn zin begint “met alle respect” dat er sowieso iets volgt wat niet respectvol is. Daar zit een lading bij. Zet je maar schrap.

En dan is er nog de twijfel. Sommigen beginnen een antwoordzin met: “ja, nee…” of “nee, ja…”. Serieus, dit doen we! Ga er maar eens op letten. Je kan ook een Freudiaanse verspreking (je verspreekt je en onthult onbedoeld wat belangrijk voor je is of waar je ook aan denkt) hebben of een woord vergeten. Verder doen we veel aan suggestieve vragen stellen: “Zullen we heerlijk naar het strand gaan of wil jij thuis blijven?” Ook dit zijn allemaal ‘clues’ over hoe je daadwerkelijk ergens tegenover staat.

Het is de bedoeling dat je je meer bewust wordt door bij jezelf en bij anderen ‘clues’ te horen van hun en jouw ware zelf. Doorslaan erin, over-analyseren of anderen ‘op hun woorden pakken’ is niet nodig. Hou het vooral bij jezelf, luchtig en vermakelijk. Zo is het ook bedoeld.

Wanneer je meer bewust wordt van woordkeuze ‘clues’ zal het je leuke inzichten geven.